Tuinpompen

Wat is een tuinpomp?

Een tuinpomp is een waterpomp die speciaal ontworpen is om water uit een bron, zoals een put, regenton of vijver, op te pompen en te verdelen naar verschillende delen van een tuin of gazon. Deze pompen zijn meestal klein en compact, waardoor ze een uitstekende oplossing zijn voor huishoudens en kleinschalige landbouw.

Voor welke doeleinden worden tuinpompen vaak gebruikt? Zijn tuinpompen geschikt voor tuinirrigatie vanuit putten of waterreservoirs? Kunnen ze worden gebruikt in combinatie met een besproeiingssysteem?

Tuinpompen zijn speciaal ontworpen voor tuinirrigatie vanuit putten of waterreservoirs, hetzij handmatig met een tuinslang, hetzij met sproeisystemen die druk nodig hebben om te functioneren. Ze worden ook vaak gebruikt om water te leveren aan irrigatiesystemen in kassen, tuinbouw en kleinschalige landbouw, en om dieren van water te voorzien.

Zijn Elpumps tuinpompen geschikt voor een hogedrukreiniger?

Nee, Elpumps tuinpompen kunnen de benodigde druk voor een hogedrukreiniger niet leveren, die doorgaans hoger is dan 10 bar.

Wat heb ik nodig: een tuinpomp of een hydrofoorpomp?

Tuinpompen zijn voornamelijk bedoeld voor eenvoudigere toepassingen, zoals het besproeien van de tuin en worden handmatig in- en uitgeschakeld naar behoefte. Hydrofoorpompen zijn daarentegen ontworpen om automatisch te functioneren om een constante watervoorziening te leveren wanneer nodig, en hebben meestal een drukschakelaar en droogloopbescherming.

Hoe vindt u de geschikte tuinpomp? Waar moet u op letten?

Bij het kiezen van een tuinpomp moet u vooral letten op het debiet (m3/u), de benodigde druk, het type stroombron (netstroom of zonne-energie) en functies zoals droogloopbeveiliging en automatische werking (AUTO START/STOP). Als de pomp wordt aangesloten op een sproeisysteem, moet er ook rekening worden gehouden met de grootte van de tuin, aangezien het debiet moet voldoen aan de waterbehoefte van het totale aantal sproeikoppen dat tegelijkertijd in gebruik is.

Van welke diepte kan de tuinpomp water oppompen?

Over het algemeen hebben tuinpompen een theoretische maximale opvoerhoogte van 9 meter. Dit betekent dat als de verticale afstand tussen het constante waterniveau (niet de bodem van de put) en de pomp groter is dan 9 meter, de pomp geen water kan aanzuigen omdat hij niet voldoende zuigkracht kan genereren om het gewicht van het water op te heffen en daardoor geen water kan verplaatsen. "Theoretisch" betekent dat 9 meter de limiet is waarop de twee tegengestelde krachten elkaar in evenwicht houden. Het gewicht van een waterkolom van 9 meter hoog is namelijk gelijk aan de zuigkracht van de pomp van 0,9 bar (0,9 bar = het gewicht van een waterkolom van 9 meter hoog). De opvoerhoogte mag in de praktijk dus niet meer zijn dan 7-8 meter, dan functioneert de pomp goed. Als het constante waterniveau lager is dan 9 meter, moet een hogedruk dompelpomp worden gebruikt.

Welke Elpumps tuinpompen hebben een drukschakelaar en droogloopbescherming?

De "AUTOMATIC" serie tuinpompen van Elpumps zijn voorzien van een drukschakelaar en droogloopbescherming, die het waterdebiet helpen reguleren en de pomp beschermen tegen beschadiging. De drukschakelaar zorgt ervoor dat de pomp automatisch aan- en uitschakelt op basis van het waterverbruik, zodat de pomp niet onnodig in werking is, terwijl de droogloopbescherming de pomp automatisch uitschakelt wanneer er geen water doorheen stroomt.

Zijn Elpumps tuinpompen zelfaanzuigend? Wat houdt dat precies in?

Alle tuinpompen van Elpumps zijn zelfaanzuigend. Dit houdt in dat de zuigslang en het pomphuis bij het eerste gebruik met water gevuld moeten worden (ook wel priming genoemd) en dat de pomp bij elk volgend gebruik het opgeslagen water in het pomphuis zal gebruiken om aan de zuigkant een vacuüm te creëren en bij het opstarten weer water aan te voeren. Het gebruik van een voetklep of terugslagklep aan de zuigkant wordt sterk aangeraden om te voorkomen dat het water terugvloeit in de put. Zelfs een zelfaanzuigende pomp moet bij het eerste gebruik volledig gevuld zijn. Als er geen terugslagklep wordt gebruikt en het pomphuis leegloopt, moeten de zuigslang en het pomphuis voor elk gebruik opnieuw met water worden gevuld.

Hoe functioneert een tuinpomp?

Een tuinpomp werkt met behulp van een elektromotor die een of meerdere waaiers aandrijft, welke een waterstroom op gang brengen. De waaier trekt dan het water de pomp in en stuwt het via de uitlaat naar buiten, waardoor er een waterstroom ontstaat voor de gewenste pomp toepassing.

Wat zijn de inlaat en de uitlaat?

De inlaat is de plek waar het water de tuinpomp binnenkomt, gelegen aan de voorkant van de pomp. De uitlaat is waar het water de tuinpomp verlaat en bevindt zich aan de bovenzijde van de pomp.

Welk type zuigslang moet ik kiezen?

Het wordt aangeraden om een stevige zuigslang te gebruiken, zodat de slang niet in elkaar klapt door de vacuümkracht van de pomp (in tegenstelling tot bijvoorbeeld een flexibele tuinslang). Het is zeer aanbevolen om een voetklep te gebruiken aan het uiteinde van de zuigslang die ondergedompeld is in water. De diameter van de zuigslang moet overeenkomen met die van de inlaat, aangezien elke vermindering aan de zuigkant een groot effect heeft op de totale prestaties van de pomp.

Heb ik een voetklep of een terugslagklep nodig? Waar moet ik die plaatsen?

Voetkleppen en terugslagkleppen vervullen dezelfde functie. Ze voorkomen dat water terugstroomt naar de bron door de zwaartekracht. Het verschil is dat een voetklep aan het uiteinde van de zuigslang wordt geplaatst, ondergedompeld in water, en doorgaans een filterkorf heeft om te voorkomen dat kleine deeltjes in de pomp worden gezogen. De terugslagklep heeft geen filterkorf en moet worden geïnstalleerd bij de inlaat van de tuinpomp. Als er geen terugslagklep is geïnstalleerd, moet de tuinpomp voor elk gebruik met water worden gevuld.

Hoe gebruikt u een tuinpomp? Hoe sluit u de tuinpomp aan?

Om een tuinpomp te gebruiken, dient u 2 slangen aan te sluiten: een zuigslang en een tuinslang. De zuigslang moet verbonden worden met de voorkant van de pomp (inlaat). De tuinslang (of een andere waterleiding) moet verbonden worden met de bovenkant van de pomp (uitlaat). Bij het eerste gebruik moeten de zuigslang en het pomphuis volledig met water gevuld zijn. Dit proces heet priming. De reden is simpel: als er geen water in het pomphuis zit en de waaier in de pomp begint te draaien, kan er niet voldoende zuigkracht ontstaan om het water op te heffen. Als er wel water in het pomphuis zit, creëert de draaiende waaier voldoende zuigkracht om het water op te heffen door het water met kracht door de uitlaat te duwen.

Waar moet u op letten?

Het is aan te raden de tuinpomp op een plek te installeren waar deze zoveel mogelijk beschermd wordt tegen weersinvloeden. Plaats de pomp niet permanent op een plek waar deze constant blootstaat aan direct zonlicht, regen of vooral vorst als deze niet in gebruik is. Hierdoor verlengt u de levensduur van de tuinpomp. Het is ook verstandig om de pomp op een verhoogde plek te plaatsen, zodat hij niet in het water komt te staan bij overmatig water geven.

Wanneer is het gebruik van een waterfilter aan te raden? Waar moet u deze plaatsen?

Het gebruik van een waterfilter is aanbevolen wanneer de waterbron voor uw tuinpomp vervuild is met vuil, rommel, of andere verontreinigingen die de pomp of huishoudelijke apparaten die van water worden voorzien door de tuinpomp, kunnen beschadigen. Een waterfilter moet altijd bij de inlaat geïnstalleerd worden, voordat het water de tuinpomp binnenkomt. Als u deze aan de uitlaat installeert, zal het filtermembraan door de hoge druk beschadigd raken.

Wat is de zuighoogte? Wat is de opvoerhoogte?

De zuighoogte verwijst naar de verticale afstand tussen de waterbron en de inlaat van de tuinpomp, terwijl de opvoerhoogte verwijst naar de verticale afstand tussen de uitlaat van de tuinpomp en het punt van gebruik. De zuig- en opvoerhoogte zijn belangrijke factoren bij het kiezen van een tuinpomp, omdat ze invloed hebben op het debiet en de druk van de pomp.

Hoe lang duurt het voordat er water uit de tuinpomp stroomt?

De pomp levert direct water nadat deze is ingeschakeld. Als een langere tuinslang of waterleiding wordt gebruikt, kan het enkele seconden duren voordat het water door de slang stroomt.

Hoeveel stroom verbruikt een tuinpomp?

Het maximale stroomverbruik (P1) van Elpumps tuinpompen ligt tussen de 600 W en 2000 W, afhankelijk van de prestaties van de pomp, zoals opvoerhoogte, debiet, aantal waaiers en dergelijke.

Kunnen Elpumps tuinpompen functioneren op basis van zonne-energie?

Afhankelijk van het energieverbruik van de pomp, moeten er meerdere zonnepanelen en een omvormer worden geïnstalleerd om de tuinpomp van voldoende stroom en 230 V / 50 Hz te voorzien. Als aan deze eisen is voldaan, zijn tuinpompen een uitstekende optie voor off-grid toepassingen of gebruik in gebieden met beperkte toegang tot elektriciteit. Zonne-energie aangedreven tuinpompen zijn een kostenefficiënte en milieuvriendelijke oplossing voor tuinirrigatie, waardoor ze een populaire keuze zijn voor veel landschapsarchitecten. Het is altijd aan te raden om een expert te raadplegen om te bepalen of de zonnepanelen voldoende stroom voor de tuinpomp kunnen opwekken.

Hoe maakt u een tuinpomp winterklaar?

Tuinpompen dienen opgeslagen te worden in een droge, beschutte ruimte en moeten worden ontdaan van al het restwater om schade door bevriezing te voorkomen. Het is ook aan te raden om de tuinpomp af te dekken met een beschermhoes om vuil, regen en andere elementen die schade kunnen veroorzaken buiten te sluiten.

Hoe leegt u een tuinpomp?

Om een tuinpomp leeg te maken, schakelt u de pomp uit en opent u de kraan of tuinslang om het water dat nog onder druk staat te verwijderen. Verwijder daarna de kunststoffen dop of metalen schroef aan de onderkant van de voorkant van de pomp of maak de in- en uitlaatslangen los en kantel de pomp zodat deze volledig kan leeglopen. Als er water in het pomphuis achterblijft, kan het water in de pomp bevriezen en zelfs het gietijzeren pomphuis in kleine stukjes breken. Zodra de tuinpomp leeg is, kan hij op een droge, beschutte plaats worden opgeborgen om vorstschade te voorkomen.